Inleiding
Met de jurisprudentie nieuwsbrief Wmo informeren wij u graag eens in de twee weken over actuele jurisprudentie op dit vakgebied.
Sommige uitspraken zijn voorzien van een samenvatting en een deskundig commentaar (noot, annotatie). Van de overige uitspraken geven we de rechtsregels weer.
Alle uitspraken die in deze nieuwsbrief verschijnen, worden tevens verwerkt in Schulinck Grip op Wmo.
Heeft u commentaar of suggesties, neem dan contact met ons op.
Wilt u meer weten over Schulinck Grip op Wmo, lees dan de productinformatie. Naar boven
CRvB 11-4-2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1113 (met noot C.W.C.A. Bruggeman)
Trefwoordenvergewisplicht, advisering, uitkomsten onderzoek, schriftelijke weergave, uitbesteden onderzoek
SamenvattingHet college heeft hulp bij het huishouden toegekend en zijn besluit gebaseerd op het advies van een Stichting die binnen de gemeente de indicatiestelling uitvoert.
De CRvB overweegt dat de werkwijze van het college erop neer komt dat het college de gehele voorbereiding van de te nemen besluiten heeft uitbesteed aan een derde. Dat betekent dat de op het college ingevolge de Wmo 2015 rustende verplichtingen ook door deze derde moeten worden nageleefd. In de Awb is de vergewisplicht geregeld voor wettelijk adviseurs. Deze geldt in ten minste dezelfde mate ook bij adviseurs zonder wettelijke status. Dat betekent dat deze dus ook geldt voor het college bij advisering door de Stichting.
Het college heeft zijn besluitvorming rechtstreeks gebaseerd op het advies van de Stichting, zonder nadere toetsing. Dit is in strijd met de vergewisplicht. Tevens is geen schriftelijke weergave van de uitkomsten van het onderzoek verstrekt aan de cliënt. Daarom is geen sprake van een onderzoek conform artikel 2.3.2 Wmo 2015. Verder is het onderzoek gebrekkig geweest op enkele andere punten. De mogelijkheden om met gebruikelijke hulp de situatie te verbeteren zijn niet concreet onderzocht. Er is niet gesproken met de huisgenoten van cliënt en het effect van toepassen van gebruikelijke hulp op de thuissituatie is niet onderzocht.
Noot (C.W.C.A. Bruggeman)
- In deze uitspraak wordt weliswaar de handelwijze in één specifieke gemeente gefileerd, maar vele gemeenten moeten zich naar aanleiding hiervan vermoedelijk flink achter de oren krabben. De Raad legt de wettelijke verantwoordelijkheid namelijk eens temeer nadrukkelijk op tafel.
- De praktische gang van zaken in deze gemeente is dat de uitvoering van meldingen in het kader van de Wmo 2015 is neergelegd bij een door het gemeentebestuur gesubsidieerde stichting, Stichting WIJeindhoven genaamd. Bij de stichting werken zowel ‘generalisten’ als ‘specialisten’. De specialisten kunnen een niet bindend advies uitbrengen aan de generalisten. De generalisten zijn op zichzelf echter zelfstandig tot het vormen van een mening over de in te zetten Wmo-ondersteuning bevoegd. Daarvoor kunnen ze onderzoeksinstrumenten inzetten die naar hun idee nodig zijn. Denk aan het voeren van keukentafelgesprekken of het inschakelen van een adviserend arts. Hun aldus tot stand gekomen meningen over de kwestie (‘beslissingen’ geheten in de uitspraak) worden ter besluitvorming in de zin van art. 1:3 Awb aan het college voorgelegd. Het college neemt deze ‘beslissingen’ zonder nadere beoordeling over. De besluitvorming in Awb-zin als zodanig is derhalve door het college gedaan.
- Volgens de Raad is er door deze handelwijze sprake van een volledige uitbesteding van de voorbereiding van de besluitvorming aan een derde. De activiteiten van de derde (de stichting) worden betiteld als advisering. De Raad geeft aan dat dit op zichzelf is toegestaan, maar dat een onderzoek ex art. 2.3.2 Wmo 2015 wel onverkort dient plaats te vinden, in de gekozen werkwijze dus door de stichting. Omdat de activiteiten van de stichting zijn betiteld als advisering in de zin van de Awb is de vergewisplicht onverkort van toepassing. Die is immers niet alleen aan de orde bij ‘reguliere’ wettelijke adviseurs, maar ook bij andere adviseurs (zie CRvB 11 oktober 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:3538, RSV 2017/235, inzake EP-Nuffic bij advisering over Wsf-opleidingen aan de DUO). Het college moet ten aanzien van de hier gekozen constructie dus serieus wegen of het advies (de ‘beslissing’ van de stichting) al dan niet voldoet aan de eisen die artikel 2.3.2 Wmo 2015 stelt aan een zorgvuldige voorbereiding van Wmo-besluitvorming.
- Aan die vergewisplicht was geen invulling gegeven. Dat is niet alleen formeel fout, maar in dit geval ook materieel omdat in strijd met het bepaalde in artikel 2.3.2 lid 8 Wmo 2015 geen onderzoeksverslag was toegezonden aan de belanghebbende. De Raad tilt hieraan nogal zwaar, want reeds hierom is volgens hem niet voldaan aan de eisen die artikel 2.3.2 Wmo 2015 aan het onderzoek stelt. Maar ook zijn de nodige inhoudelijke beoordelingen niet gemaakt, bijvoorbeeld inzake de toepasselijkheid van gebruikelijke hulp en de mogelijke effecten daarvan, terwijl evenmin iedereen is gesproken waarvan het gemeentebestuur zelf heeft bepaald dat dit zou moeten (ook al vraagt de wet daar niet per se om, het college moet zich natuurlijk wel aan eigen gemeentelijke voorschriften houden). Kortom, aan het onderzoek schortte wel het een en ander en dit had het college in het kader van de op hem rustende vergewisplicht aan het daglicht moeten brengen. Vervolgens zou het werk ofwel door medewerkers van de stichting ofwel door (ambtenaren van) het college zelf aangevuld of overgedaan hebben moeten worden. De strijdigheid met alle bepalingen die samenhangen met dergelijke werkprocessen is dan ook gegeven (concreet betreft dat de artikelen 3:2, 3:9, 3:49 en 7:12 Awb).
- Deze uitspraak dateert van 11 april 2018, dat is na de uitermate belangwekkende uitspraak, CRvB 21-3-2018, ECLI:NL:CRVB:2018:819 m.nt. C.W.C.A. Bruggeman en AB 2018/198, m.nt. A. Tollenaar. Daarin wordt de verplichte onderzoekssystematiek door de Raad beschreven, waarbij hij aansluiting zoekt bij de eerder gegeven systematiek inzake de Jeugdwet (CRvB 1 mei 2017, CRvB 01-05-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:1477, AB 2017/208, m.nt. C.W.C.A. Bruggeman). In de hier beschreven werkwijze zou eigenlijk de stichting, en anders het college, de uit deze beide uitspraken (en met name natuurlijk de Wmo-uitspraak) voortvloeiende verplichte systematiek hebben moeten volgen. Toch wordt deze uitspraak door de Raad hier niet genoemd. Enerzijds was dat niet echt nodig omdat toch al voldoende duidelijk was wat er aan de gang van zaken schortte. Anderzijds is het toch opvallend, juist omdat hier ook zoveel, onderzoekstechnisch beschouwd, inhoudelijke missers aan de orde zijn.
- Is hier nu sprake van een incident zonder veel relevantie voor andere zaken? Allesbehalve, naar ik vrees. Deze gemeente staat met deze constructie namelijk bepaald niet alleen. Er zijn in den lande uitvoeringsexperimenten in allerlei soorten en maten opgezet, veelal onder de benaming sociaal wijkteam of iets vergelijkbaars. De juridische status van deze teams en hun medewerkers is lang niet altijd duidelijk. Bestaan ze uit gemeenteambtenaren die als (al dan niet gemandateerde) medewerkers van het college de wijk in gaan met een bevoegdheid om (Awb-)besluiten te nemen? Of gaat het om andersoortige professionals? En in het laatste geval: beslissen die op basis van een (extern) mandaat van het college of adviseren ze alleen maar? En in dat geval, mede gegeven de nogal breed geformuleerde taakstelling die er kan zijn (bijvoorbeeld ook inzake de Jeugdwet, de Participatiewet en de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening): wat is hun expertise en hoe ver strekt die? Dat zijn allemaal vragen die kunnen rijzen naar aanleiding van de lokaal gekozen uitvoeringsstructuur, maar waarop men het antwoord niet altijd weet. Daarover is helaas niet altijd voldoende nagedacht. In de visie van veel beleidsmedewerkers, managers en bestuurders staat de professionaliteit van de medewerker immers borg voor levering van het juiste maatwerk, waarbij regelstellende kaders somtijds zelfs als (hinderlijke) bijzaak worden gezien. Het spreekt voor zich dat juist de Awb-gerelateerde vragen, waaronder degene die in deze uitspraak naar voren komen, in weerwil van deze ‘visie’ op het sociaal domein van groot belang zijn voor de duiding van de eindverantwoordelijkheid inzake de concreet voorliggende besluitvorming die in het wettelijk stelsel nu eenmaal bij het college ligt en bij niemand anders.
Naar boven
Overige uitspraken
Rechtbank Limburg 24-7-2018, ECLI:NL:RBLIM:2018:7066Het college moet aan de hand van objectieve en inzichtelijke criteria bepalen of een maatwerkvoorziening nodig is en wat de omvang daarvan moet zijn.
Het college kan slechts rekening houden met de eigen mogelijkheden van cliënt voor zover deze mogelijkheden daadwerkelijk aanwezig zijn en deze personen bereid zijn de noodzakelijke ondersteuning te verlenen.
Het verstrekken van een tijdelijke maatwerkvoorziening met het doel om het sociale netwerk van cliënt uit te breiden, verhoudt zich niet met de in de Wmo 2015 bedoelde eigen mogelijkheden van cliënt ten aanzien van een beroep op het sociaal netwerk.
Bij het beoordelen van de kwaliteit (doeltreffendheid & cliëntgerichtheid) van de met een pgb in te kopen diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen of andere maatregelen, moet het college enigszins terughoudend zijn in de beoordeling of hetgeen wordt ingekocht geschikt is voor het te bereiken doel.
Naar boven
Verzoek om toezending rechtbankjurisprudentieWij roepen alle lezers van deze nieuwsbrief op om ons relevante Wmo-uitspraken van rechtbanken toe te zenden. Deze worden namelijk lang niet allemaal gepubliceerd via www.rechtspraak.nl.
Vermelding van uitspraken in deze nieuwsbrief geschiedt altijd anoniem, dus zonder weergave van de namen van partijen.
Bij voorbaat dank voor uw medewerking!
Naar boven
ColofonUitgever
Deze nieuwsbrief is een uitgave van Schulinck.
Integrale teksten aangehaalde uitspraken
De integrale teksten van de in deze nieuwsbrief besproken rechterlijke uitspraken van de Centrale Raad van Beroep zijn te raadplegen via de internetversie van Schulinck Grip op Wmo. Daarnaast worden vrijwel alle uitspraken ook gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.
Redactie
mr. Astra Bilgoe
mr. Mark Bruin
Christel Califano
mr. Gertjan Christiaanse
mr. drs. Nicole Tielen
mr. Saskia Vogels
Inge Scherpenzeel
Gaby Spaan
Redactie-adres
Schulinck Hulsterweg 82 5912 PL Venlo Tel. 077 - 475 8018 Fax 077 - 475 8019 Web: www.schulinck.nl E-mail: info@schulinck.nl
Copyright
© 2018, Schulinck. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Schulinck.
Disclaimer
Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die niet dan wel onvolledig of onjuist is opgenomen aanvaarden de auteurs en de uitgever geen aansprakelijkheid.
Naar boven
|