Jaargang 14 - nr. 2, 18 januari 2017

Nieuwsbrief Jurisprudentie Wmo

Inleiding

Via deze nieuwsbrief informeren we u iedere twee weken gratis over actuele ontwikkelingen in de Wmo-jurisprudentie. Daarbij zijn een of meerdere uitspraken voorzien van een samenvatting en een deskundig commentaar (noot, annotatie). Van de overige uitspraken geven we de rechtsregels weer.

Alle uitspraken die in deze nieuwsbrief verschijnen, worden tevens verwerkt in Schulinck Grip op Wmo.

De lengte van deze nieuwsbrief varieert al naargelang het aanbod van rechterlijke uitspraken.

Heeft u commentaar of suggesties, neem dan contact met ons op. Onze adresgegevens staan in het colofon aan het einde van deze nieuwsbrief. Let op! Reacties die gestuurd worden naar nieuwsbrief@schulinck.nl worden niet gelezen door Schulinck.

Wilt u meer weten over Schulinck Grip op Wmo, lees dan de productinformatie op onze website.

Naar boven


CRvB 14-12-2016, nr. 14/6392 AWBZ (met noot mr. C.W.C.A. Bruggeman)

Trefwoorden

gespecialiseerde begeleiding, AWBZ, pgb-tarief

Samenvatting

Bureau jeugdzorg heeft op grond van de AWBZ een indicatie gesteld voor begeleiding individueel in de vorm van een pgb. Het zorgkantoor heeft het door de cliënt ingediende verantwoordingsformulier voor het pgb voor 2012 afgekeurd, omdat de zorgaanbieder met een tarief van € 86,- per uur een hoger tarief in rekening heeft gebracht dan het maximumtarief van € 63,- per uur dat volgens de Regeling subsidies AWBZ (Rsa)voor betaling uit een pgb geldt. Volgens de cliënt geldt een hoger uurtarief omdat sprake is van Gespecialiseerde begeleiding.

In deze zaak is in geschil of de door de zorgaanbieder verleende zorg is aan te merken als BG-Basis, of als Gespecialiseerde begeleiding als bedoeld in de Beleidsregel.

Voor de vraag of de door de zorgaanbieder geboden begeleiding is aan te merken als BG-Basis of Gespecialiseerde begeleiding is bepalend of ondersteuning wordt geboden bij langdurig tekortschietende zelfregie, waarbij het accent ligt op handhavingsdoelen. De CRvB is van oordeel dat in de aan de cliënt geboden ondersteuning te weinig aanknopingspunten te vinden zijn voor het oordeel dat sprake is van langdurig tekortschietende zelfregie.

De door de zorgaanbieder aan cliënt geboden begeleiding is volgens de CRvB geen Gespecialiseerde begeleiding als bedoeld in de Beleidsregel, maar BG-basis. Het Zorgkantoor is bij de vaststelling van het pgb terecht uitgegaan van een uurtarief van € 63.

Noot (mr. C.W.C.A. Bruggeman)

In deze noot beperk ik mij tot het vraagstuk omtrent de invulling van het begrip ‘begeleiding’. In deze uitspraak speelt ook nog de zeer belangrijke vraag naar de procedure van verlening, verantwoording en vaststelling van pgb-subsidies die gebruikelijk is bij zorgkantoren, maar die vraag laat ik hier liggen. Die komt elders aan bod in het kader van de uitspraken met ECLI:NL:CRVB:2016:4641 en 4642.

De belanghebbende in deze zaak – een kind dat is geboren in 2007 – heeft een pervasieve (diepdoordringende) ontwikkelingsstoornis. In verband hiermee is door het bevoegde bureau jeugdzorg op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) een indicatie gesteld voor begeleiding individueel, klasse 2. Deze wordt verzilverd via een persoonsgebonden budget (pgb). De hoogte hiervan is door het zorgkantoor voor het jaar 2012 bepaald op een kleine 14.000 euro. Bij de verantwoording van dit budget treedt vervolgens het vraagstuk naar voren dat tot deze uitspraak heeft geleid.

Deze vraag komt aan de orde naar aanleiding van het gedeclareerde tarief dat wordt verantwoord. Dit heeft namelijk te maken met een onderscheid dat is aangebracht tussen ‘gewone’ begeleiding (BG-basis) enerzijds en begeleiding op gespecialiseerd niveau (gespecialiseerde begeleiding) anderzijds. Artikel 2.6.13, vijfde lid, onderdeel b, onder ten tweede, eerste aandachtsstreepje van de Regeling subsidies AWBZ (Rsa) bepaalt een maximaal geaccepteerd uurtarief van € 63. Volgens de belanghebbende zou dat maximum echter niet opgaan, aangezien het zou gaan om gespecialiseerde begeleiding. Het uurtarief in kwestie bedraagt € 86. Hiermee wordt een beroep gedaan op de uitzondering die de genoemde Rsa-bepaling biedt voor de situatie waarin de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een hoger tarief heeft vastgesteld op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg.

Zo’n hoger tarief is in dezen door de NZa voor begeleiding inderdaad vastgesteld, althans voor gespecialiseerde begeleiding. Dat is gedaan door middel van de vaststelling van de ‘Beleidsregel CA-300-522 Prestatiebeschrijvingen en tarieven extramurale zorg 2012’. Het daarin vastgestelde maximale tarief voor gespecialiseerde begeleiding is € 91,45. De vraag is dus of er sprake is van gespecialiseerde begeleiding, in welk geval het wettelijke maximumtarief mag worden doorbroken (en derhalve een hoger pgb-bedrag kan worden verantwoord, waarbinnen in dit geval het uurtarief volledig zou vallen).

In r.o. 4.8 zet de Centrale Raad dan uiteen hoe hij het onderscheid ziet. Deze visie komt erop neer dat onder begeleiding in de zin van artikel 6, eerste lid van het Besluit zorgaanspraken AWBZ (Bza) normaliter BG-basis dient te worden verstaan. Daarbij maakt de grondslag niet uit, net zo min als de vraag of de beperkingen matig of zwaar zijn en de terreinen waarop deze zich voordoen. Het is eigenlijk altijd BG-basis. De uitzondering op deze hoofdregel is dan ook echt uitzonderlijk: “(…) Gespecialiseerde begeleiding kan alleen worden geboden als sprake is van een psychiatrische grondslag, waarbij matige of zware beperkingen zijn op het terrein van de sociale redzaamheid. Er moet, anders dan bij BG-basis, sprake zijn van een langdurige psychische stoornis, waarbij ondersteuning wordt geboden aan personen met een langdurig tekortschietende zelfregie. Hoewel er tevens aandacht is voor activerende elementen ligt het accent bij Gespecialiseerde begeleiding op handhavingsdoelen. Ook hierin onderscheidt Gespecialiseerde begeleiding zich van BG-basis.” Hier is te zien dat aan een groot aantal elementen moet zijn voldaan. Dat het gaat om zware beperkingen in de sociale redzaamheid in verband met een psychiatrische stoornis is als zodanig, zoals aangegeven, niet voldoende. De ondersteuning moet nodig zijn in verband met, naar verwachting langdurig, tekortschietende zelfregie (extra eis 1), waarbij het accent ligt op handhavingsdoelen (extra eis 2). De bedoelde situatie wordt plastisch samengevat in de laatste zinsnede van r.o. 4.9, waar de Raad zegt dat “(…) de ondersteuning met name gericht dient te zijn op het voorkomen van (verdere) teloorgang van personen die langdurig moeite hebben om zich in de samenleving staande te houden.”

Vervolgens is het blijkens de r.o. 4.10 en 4.11, en deels ook nog 4.12, een weging van alle relevante feiten om uiteindelijk tot een duiding te komen. Het is dus niet zwart of wit. In dit geval valt die weging voor de belanghebbende negatief uit, maar in de formulering aan het einde van r.o. 4.11 is goed te zien dat het om een glijdende schaal gaat, waar ergens – maar niet via een wiskundige formule – de balans een keer doorslaat naar van BG-basis naar gespecialiseerde begeleiding: ”(…) Al met al is de Raad van oordeel dat in de aan appellant geboden ondersteuning te weinig aanknopingspunten zijn te vinden voor het oordeel dat sprake is van langdurig tekortschietende zelfregie.” Het zal steeds op casuïstisch niveau zoeken zijn naar dat omslagpunt.

Begeleiding valt inmiddels niet meer onder de reikwijdte van de opvolger van de AWBZ, zijnde de Wet langdurige zorg (Wlz), maar onder die van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de Jeugdwet (Jw). Die beide voorzieningenwetten worden in medebewind vormgegeven en uitgevoerd door gemeenten (regelstelling door gemeenteraden, uitvoering door colleges) en dus niet meer door het Ciz, de bureaus jeugdzorg en de zorgkantoren. Gemeentebesturen moeten de abstracte wettelijke doelstellingen van ‘maatschappelijke ondersteuning’ (Wmo 2015) en ‘jeugdhulp’ (Jw), die de wettelijke opdracht zijn, voor een groot deel zelf vorm en inhoud geven. Dat is bepaald niet eenvoudig en blijkt in de rechtspraak ook daadwerkelijk nogal eens tot struikelpartijen te leiden. Ten aanzien van (de uit de AWBZ overgehevelde taak) begeleiding kan deze uitspraak gemeentebesturen wellicht enige handvatten bieden om beleidsmatig greep op deze ingewikkelde materie te houden en daarbij werkbare normen te ontwikkelen.

Naar boven


Overige uitspraken

CRvB 11-01-2017, nrs. 16/2027 WMO15 e.a.

Er kan niet worden gesproken van mantelzorg als de zorgverlener voor zijn diensten een betaling verlangt. Uit de Wmo 2015 en de wetsgeschiedenis kan niet worden afgeleid dat bij de vaststelling of met mantelzorg in de behoefte aan hulp kan worden voorzien, rekening mag worden gehouden met mantelzorg die wel geleverd zou kunnen worden, maar die de potentiële mantelzorger niet bereid is te leveren. 

Rechtbank Amsterdam 19-10-2016, nr. 16/2136 AMS

Het ligt op de weg van de cliënt om bij de melding te verzoeken om met spoed een tijdelijke maatwerkvoorziening te treffen. 

Indien ten tijde van het indienen van een beroepschrift de beslistermijn voor het nemen van een besluit nog niet is verstreken, is het beroepschrift tegen het uitblijven van een besluit te vroeg ingediend en derhalve niet-ontvankelijk. 

Naar boven


Verzoek om toezending rechtbankjurisprudentie

Wij roepen alle lezers van deze nieuwsbrief op om ons relevante Wmo-uitspraken van rechtbanken toe te zenden. Deze worden namelijk lang niet allemaal gepubliceerd via www.rechtspraak.nl.

Vermelding van uitspraken in deze nieuwsbrief geschiedt altijd anoniem, dus zonder weergave van de namen van partijen.

Bij voorbaat dank voor uw medewerking!

Naar boven


Colofon

Uitgever

Deze nieuwsbrief is een uitgave van Schulinck.

Integrale teksten aangehaalde uitspraken

De integrale teksten van de in deze nieuwsbrief besproken rechterlijke uitspraken van de Centrale Raad van Beroep zijn te raadplegen via de internetversie van Schulinck Grip op Wmo. Daarnaast worden vrijwel alle uitspraken ook gepubliceerd op www.rechtspraak.nl.

Redactie

mr. Erik Boersma
mr. Sanne Bohnen
mr. Claudia Augustin
mr. Paul Jeukens
mr. Denise Last
mr. Gertjan Christiaanse

Redactie-adres

Schulinck
Keulseweg 1b-c
5953 HD  Reuver
Tel. 077 - 475 8018
Fax 077 - 475 8019
Web: www.schulinck.nl
E-mail: info@schulinck.nl

Copyright

© 2017, Schulinck. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Schulinck.

Disclaimer

Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die niet dan wel onvolledig of onjuist is opgenomen aanvaarden de auteurs en de uitgever geen aansprakelijkheid.

Naar boven